We beleven de Maand van het Spannende Boek. Eerder passeerden de Maand van de Filosofie, de Boekenweek en nog andere gelabelde maanden en dagen. Waarvoor geen gedenkdag stond geprogrammeerd noch een spontane betoging werd gehouden op een of ander hoofdstedelijk plein, was het transportwezen. En hoewel het er soms op leek dat er geen trein meer reed, geen binnenschip meer voer en geen vliegtuig opsteeg van een regionale luchthaven, ontwaarde niemand de bierkaai die er wel degelijk was.

 

Over de hogesnelheidslijn werd even verhit gedebatteerd als de vlamgevatte accu in een van de uitgerangeerde proeftreinen. Een panne die, naar het oordeel van de Nederlandse Spoorwegen, bij sneltrein noch boemel hoort op te treden, laat staan bij een roestige trein op non – actief. Deze klacht werd weggehoond door de gepikeerde Italiaanse treinenmaker die betoogde dat het slechts een aanloopprobleem betrof. Kern van zijn betoog was, als ik hem goed begrijp, dat aanloopproblemen er zijn om het product naar de geoffreerde perfectie op te stuwen. Een argument dat evenwel veel van zijn luciditeit verloor toen ik me liet vertellen dat de Japanners hun eerste kogeltrein over de rails joegen toen in Europa de laatste stoomlocomotieven nog in de remise stonden uit te puffen.

De aanlooptermijn voor hogesnelheidstreinfabrikanten is dus voorbij.

 

De watersnood in Duitsland die de scheepvaart op de Europese binnenwateren stremde, deed menigeen denken aan de Sint-Elisabethsvloed. Verzamelnaam voor een drietal rampzalige overstromingen die zeshonderd jaar geleden Dordrecht en omgeving teisterden. Waarom heten ze eigenlijk zo, vroeg ik me af. Is dat omdat de dijken steeds doorbraken op de naamdag van de heilige of was zij de beschermheilige van wat wij tegenwoordig watermanagers noemen? In het laatste geval zou ik mijn binnenvaartschip maar gauw omdopen van Elisabeth naar Lorelei, Scylla of Charybdis.

 

En daar waren ze weer, de regionale vliegvelden. Zo vurig gewenst door provinciale bestuurders en zo weinig populair bij lokale zakenlui. Zo blijven ze in Twente lucht bakken. Ondanks wereldinnovaties in de nano- en kunstvezeltechnologie en primeurs van Bolletje en Grolsch, blijven de Tukkers blind voor het feit dat de vliegtuigen die daar opstijgen, verder moeten dan Zwolle.

 

Door de preoccupatie met steeds snellere en dikkere vehikels dreigt onder te sneeuwen waarover het in de transportsector eigenlijk zou moeten gaan. Over het stoppen van de wildgroei aan automatiseringsmethoden en ICT-systemen die een duurzame kwaliteitsprong van individuele bedrijven in de weg staan. Als we, uit kortzichtige concurrentieoverwegingen, steeds ons eigen ding blijven doen, blijven we vechten tegen de bierkaai van onze eigen aanloopproblemen.

 

Casper Jansen