Sinterklaas

Hoe gaat het met Klaas? Goede vraag, want het wemelt van de rare berichten rond Sinterklaas. Er vallen harde woorden over ‘ die prulprelaat’. Zelf waart het gerucht rond dat de val van de cadeautjesbrenger aanstaande zou zijn. Niet van zijn paard, of het dak. Maar uit de gratie. U bent dus gewaarschuwd. Kom niet bij mij klagen als u komende weken bij een lege gebleven schoen ‘Sinterklaas kapoentje’ staat te zingen. Zou het komen door de concurrentie van de Kerstman of de heksen van Halloween, vroeg ik me af. Immers, niets zo volatiel als de publieke gunst. Of is er meer aan de hand?

 

In kringen rond de Sint wordt als bron voor dit opruiend gekwetter een perfide reformatorisch samenzwering vermoed. Zo zou daar nog steeds moeilijk kunnen worden verkropt dat het driehonderd jaar oude verbod op het maken en verkopen van afbeeldingen van de bisschop in speculaas en taaitaai nimmer doeltreffend is gehandhaafd. Deze aantijging wordt van synodische zijde smalend van de hand gewezen. Toegegeven wordt dat er enkele jaren geleden sympathie bestond voor de introductie van een ‘blauwe piet’. Maar even stellig wordt ontkend dat daarmee werd geprobeerd het imago van de Spaanse dioceesleider af te bladderen. Toentertijd werd het gezien als een passende patriottistische aanvulling op het dominante rood en wit van de episcopale kledij. Die steun aan dat spontane vlagvertoon op 5 december werd ijlings ingetrokken toen er daadwerkelijk iemand in die kleuruitmonstering op het dek van de stoomboot verscheen. ‘Meneer, het was gewoon geen gezicht’.

 

En, ere wie ere toekomt, het moet worden gezegd dat de vraagtekens bij de bonafides van Sint Nicolaas eerder in Rome lijken te worden gezet. Niet zozeer doordat de titel: ’kindervriend’ ietwat in het ongerede is geraakt maar vanwege de commerciële wildgroei rond de beschermheilige van nooddruftige meisjes en beklemde zeelui. Rumoer rond de curie gewaagt van een teveel aan hulpbisschoppen. De gave van bi-locatie van de goedheiligman wordt weliswaar vroom onderschreven. Maar ‘lieden met een wattenbaard, gehuld in een laken met kantenrand en een lap rood velours, bij wie de schelmse inslag nog wordt bevorderd door de inname van vele kelken jenever’, tasten de waardigheid van het ambt aan. Dat moet eenvoudiger ”aldus een Franciscaan op het Sint Pietersplein. Hij haast zich eraan toe te voegen dat de klaaskwestie volkomen losstaat van de pietcommotie in de lage landen.

 

Grote genade, wat een Jezuïtisch gezeur over die kleur. Wij selecteren onze medewerkers op hun capaciteiten en niet op kleur of afkomst”. Waarvan acte!

 

Casper Jansen