Plato. De Griekse filosoof, wie kent hem niet! Bekend van zijn verhalen over een ideale maatschappij die lang geleden zou hebben bestaan. Kon smakelijk vertellen over de voorbeeldige samenwerking tussen tien Atlantische koninkrijken. In Atlantis was alles botertje tot de boom. Eenvoudig doordat de koningen de baas waren en de onderlinge verhoudingen met hun onderdanen zo goed dat die altijd braaf gehoorzaamden. Die fascinatie voor sterke leiders is er na ruim tweeduizend jaar nog steeds. Onlangs nog werd in een krantenartikel gesmeekt om ‘iemand die zonder al te veel democratisch geneuzel, ferme besluiten neemt’. Plato zou instemmend hebben geknikt. Zoveel bijval kreeg de filosoof zelf niet, in het oude Athene. Slimmeriken snapten dondersgoed dat zijn utopische verhalen dienden om kritiek te spuien op de populistische stadregeerders van toen die hun oren teveel naar het kiezersvolk lieten hangen.
Zou Plato hebben meegedaan aan de realiteitserie ‘Utopia’? Denk het niet. Hij zou het idee van het scheppen van een nieuwe maatschappij uit een soort zero-situatie niet hebben begrepen. Volgens Plato lag de ideale samenleving immers niet in de toekomst maar in het verleden. Voor een terugkeer naar die goeie ouwe tijd, hoefde slechts te worden teruggegrepen op een beproefd recept.
Thomas More schreef vijf eeuwen geleden een ‘waarlijk gulden boekje over de beste maatschappij en over instellingen van het nieuwe eiland Utopia’. Hij was de bedenker van die naam. More werkte voor de Engelse koning Hendrik VIII. Zijn groeiende afkeer van de handel en wandel van de monarch inspireerde hem tot de beschrijving van een soort ideale communistische heilstaat met ideale sociale verhoudingen en zonder privé-eigendom. Daar had de koning natuurlijk geen boodschap aan. Sterker nog, dat vergezicht, meer bedoeld als vorstenspiegel dan als maatschappelijke blauwdruk, kostte Thomas zelfs de kop. Zou More enthousiast hebben meegedaan aan Utopia Anno Nu? Vrees van niet. Zijn eerste eis zou een slaaf zijn geweest om lastige karweitjes op te knappen terwijl hij in het geestesproduct van John de Mol wordt geacht zelf de handen uit de mouwen te steken. Tja!
John de Mol staat niet bekend om zijn diepe gedachten over levenszaken. Zou hij desondanks aan zijn eigen project hebben meegewerkt? Vermoed ‘t niet. Stel je voor dat het onverhoopt zou slagen. Dan had hij meegewerkt aan zijn eigen de ondergang. Een Utopia is immers een gelukt ideaal en zoiets levert geen spannende televisie op. Daar heb je jammerlijke ingrediënten voor nodig als desillusie, machtshonger, gekissebis, en uiteindelijk falen. Het geijkte patroon bij het streven naar Utopia. John de Mol kent zijn klassieken.
Casper Jansen
Share your thoughts