Ik had een droom. Niet á la Martin Luther King. Kleiner. Meer een droompje. Opkijkend naar de flonkerende nachthemel, hoorde ik klare klokjes kleppen en een stem die ‘ho, ho, ho’ riep. En ja hoor, daar kwam de Kerstman aan, met zijn slee en zes rendieren. Er warrelden wat sneeuwvlokken op maar het kan ook sterrenstof zijn geweest. Even raakte ik in de war door een rode rendierneus die ik per abuis voor een achterlicht aanzag. Maar ze gleden zo sierlijk op me af dat ik alras snapte dat het een koplamp was, voor rendieren dan. Tot zover, niets abnormaals.
Plotseling zwenkte de slee neerwaarts, in de richting van een rotonde, en was ik het die de leidsels vasthield en mezelf ‘ho, ho, ho’ hoorde roepen. Wat nogal imbecielachtig klonk maar altijd beter dan ‘De herdertjes lagen bij nachten’. In rendiervaart stuiterden we over het asfalt. Opgelucht stelde ik tot vast dat we niet in een Kerstmanvrije zone waren geland; nergens schuurpoeder of pannenkoekenstroop die een gladde kerstleverantie belemmerden. Alleen die rotonde, welke afslag te nemen, hoe kwamen we eraf?
Een rotonde is eigenlijk een kerstkrans die nooit op raakt, bedacht ik filosofisch. Maar dat bracht een kink in die knettergekke kringloop niet dichterbij. Even overwoog ik mijn cirkelgang te doorbreken en rechtsomkeert te maken. Maar dat was meer iets voor gestreste managers: wel actie maar geen richting.
Ik controleerde de lading en zag een nautische toneelkijker, gloeiwijn, golfschoenen, een doe-het-zelf-tatoeagekit, een ruimtereistegoedbon en een boek, getiteld: ‘Logistiek voor dummies ‘. Tussen al dat fraais staken vreemd genoeg ook nog een pakketje van mijn aartsrivaal, de Sint, en een Valentijnskaart. Moest ik die werkelijk nog bezorgen? Of mocht ik die behandelen als afgeschreven post en met een centrifugaal gebaar in het belendende struweel laten verdwijnen? Maar wat is er op kerstavond mooier dan iemand verrassen met iets waarop sinds lang niet meer wordt gerekend. Het voelde als kiezen tussen diensteneconomie of selfservicewereld. De selfservicewereld waar het draait om aandeelhouders en bonusbazen, en de klant middel is om die belangen te dienen. Of de diensteneconomie waar de klant krijgt wat hem toekomt en de andere twee ook. In een flits ging het door me heen dat wijsheid geen eigenschap is maar een vorm van handelen. Gedecideerd trok ik aan de teugels en schrok wakker. Werktuiglijk greep ik naar mijn Iphone op mijn nachtkastje. Haastig toetste ik het verlossende woord in op mijn notitie-app en hoopte dat ik de volgende morgen nog steeds achter die keus kon staan.
Casper Jansen
Share your thoughts