Er zijn van die vervoermiddelen waaraan je niet dagelijks denkt. De ‘Ark van Noach’ is er zo eentje. Ik noem ‘m voluit want zonder die naam is een ark een woonboot. ‘De Ark van Noach’ is een uniek merk, met een verhaal dat verwijst naar de beroemdste scheepsbouwer uit onze cultuurgeschiedenis. Bij hem vergeleken was Tsaar Peter de Grote die in Zaandam enige vermaardheid als scheepstimmerman geniet, een duimslager en krullenjongen. De Russische keizer had sowieso geen tijd om aan een schip van 119 meter lang, 29 meter breed en 23 hoog te werken. Voor een gevaarte van dergelijke Bijbelse afmetingen woonde de vorstelijke toerist gewoonweg te kort in wat later het Tsaar Peterhuisje is gaan heten.
Noach was een gewaarschuwd man toen het veertig etmalen aan een stuk begon te regenen en de hele aarde overstroomde. Moest ook wel want behalve het timmerwerk hij kreeg een logistieke klus van jewelste te klaren. Om te voorkomen dat de hele aarde na die zondvloed woest en leeg zou blijven, moest hij van alle levende wezens een paartje aan boord nemen; zoogdieren, vogels, amfibieën enzovoort. Op oude schoolplaten zie je leeuw en lam vredig inschepen, gevolgd door de muis en de olifant die samen lekker over de loopplank stampen terwijl de gazelle en de krokodil keurig op hun beurt wachten.
Ik stel voor tijdens de vakantie eens heerlijk ontspannen na te denken over dat zondvloedverhaal. Geen flauwe grappen over hoe zoveel wilde of gedomesticeerde passagiers te verstouwen. Maar als leuke logistieke denkexercitie. Waarom een schip dat in een weiland ligt te wachten totdat het hoog water wordt, toch een loopplank nodig zou kunnen hebben. Of er qua proviand, een kuddetje koeien mee moest om de leeuwen te voeden. Of er op die boordevolle boot nog ingeschikt kon worden voor een ijsberenstelletje dat ronddreef op een ijsschots die gesmolten zou zijn voordat de 150 dagen omwaren die de zondvloed zou duren. Nog een geluk dat er geen walvissen, haringen of zeekomkommers in de ruimen hoefden. Die kregen er zoveel zee bij dat ze sindsdien nooit meer zo in hun element zijn geweest.
En wat te denken van de ‘arkeologische’ zeewaardigheid. Zo heeft de ark die Johan Huibers onlangs op Bijbelse schaal nabouwde, veel weg van een op stevenloze tobbe. Maar de hedendaagse arkenbouwer wist wat hij deed; de Ark van Noach hoefde immers nergens heen. Achter de horizon wachtte geen rede noch klonk in de verte een klok van Arnemuiden. Gewoon wachten tot het water was gezakt.
Noach was feitelijk aan stuurman aan wal die prima kon timmeren en wist hoe hij een uitzonderlijke complexe supply chain moest managen.
Waar moest Noach allemaal aan denken? Welke ketenproblemen diende hij op te lossen? Post je logistieke overpeinzingen over de Ark van Noach als commentaar op deze column. Dan maak ik er na de vakantie een collectieve column van.
Fijne vakantie trouwens!
Casper Jansen
Share your thoughts