Neanderthaler

Wil ik wel of niet Neanderthaler zijn? Die vraag kwelt me sinds ik heb gelezen dat er meer Neanderthaler in me zit dan ik dacht. Mijn kennisstand tot gisteren was dat Neanderthalers een stelletje brute sukkels waren die niet konden optornen tegen onze oerouders. De Neanderthalers leefden circa 350.000 jaar geleden in Azië en Europa. Daar banjerden ze wat rond en leefden van de jacht. Hun laatste mode was een eigen gekauwd of soepel gebeukt dierenvel, met iets van bont eraan. Die huid was overgebleven nadat ze met veel gejoel een wild paard of edelhert hadden gedood, gestroopt en op de barbecue gelegd. Want daar hielden ze van, vlees, veel vlees van grote wilde beesten. Groente vonden ze maar niks. Dat was het beeld dat tot voor kort bij me opkwam als iemand me vroeg wat ik van de Neanderthaler vond.

 

Niet dat dit vaak gebeurde, overigens. Op de lijst van favoriete gespreksonderwerpen scoren ze laag. Maar zo af en toe komen ze langs in magazines, in gereconstrueerde vorm. Zien eruit als een niet al te nobele wilde, met een traag vermogen en behept met een fout voedingspatroon; typisch een combinatie van eigenschappen waardoor je er gewoon om vraagt om uit te sterven.

 

Naar nu blijkt, heb ik mijn hele leven in duisternis gewandeld; althans voor zover het mijn kennis van Neanderthalers betreft. Die konden meer dan wij dachten. Op sommige ontwikkelpunten waren ze zelfs verdacht modern. Hadden ze honger dan joegen ze gewoon een kudde bizons over de rand van een klif. Waarna die, beneden aangekomen, werden opgewacht door de slagers. Weinig anders dan een moderne varkensslachterij. Ook peuzelden ze graag een haasje of een waterkonijntje. En ze lustten wel degelijk groente. Op hun menu stonden waterlelieknollen, graszaden, peulvruchten en pijnboompitten; die laatste lekkernij trof me als supermodern. Maakt je toch nieuwsgierig naar zo’n Neanderthalermenu. Gegrilde buikreepjes van de voorouders van ons Gelderse landvarken met sperziebonen? Juist door die gevarieerde voedingsgewoonten zijn ze niet ouderwets uitgestorven maar hebben ze het gezellig gedaan met onze voorouders. Liefde maakte toen ook al blind. Is deze kennis nuttig? Welzeker!

 

In het streven om het dagelijkse portie groente van mijn dochters in de buurt van de ideale 400 gram te krijgen, dreig ik wel eens dat hen, zonder bietjes of spruitjes, het lot van die arme Neanderthaler zal zijn beschoren. Maar nu heb ik een positievere boodschap. Die Neanderthalers smikkelden dus postelein en bloemkool alsof hun leven er vanaf hing.

 

En nu maar hopen dat zij niet roepen: ‘we willen helemaal niet lijken op Neanderthalers’. Want daar hebben ze natuurlijk wel een punt voor twee van die grappige, blonde meisjes.

 

Casper Jansen