Elke keer als het wrak van het schip van Columbus wordt ontdekt, is dat wereldnieuws. Niet de eerste keer dat de resten van de Santa Maria ergens op de zeebodem bij Haïti worden vermoed. ‘Maar nu weet ik het zeker’, zegt de schatgraver die al eerder zijn beurs spekte met de dubloenen uit een piratenschip voor de Amerikaanse kust.
Maar kan het ook? Alles kan, natuurlijk. Maar de kans is klein. Oh, best mogelijk dat zo hier en daar op de wereldzeeën nog een plankje drijft van het scheepje. Veel meer kan het niet zijn omdat het schip voordat het zonk deskundig werd leeggehaald. Hout om een fort te bouwen, de bronzen kanonnen en allerhande scheepsgerei. Het fameuze ei zal zeker niet worden teruggevonden; hoogstens een eierdopje of zoutvaatje. Klinkt meer utilitair dan poëtisch, en dat was het ook. De grote ontdekker was vlak voor de catastrofe, bekaf van het turen naar de kustlijn van China of Japan, te kooi gegaan en had het roer overgedragen aan een matroos die het op zijn beurt weer aan een scheepsjongen had toevertrouwd. Teken van afgekalfde discipline? De scheepsjongen had nauwelijks gemerkt dat het schip op een zandbank was geschoven, zo zachtjes was ‘t gegaan. Bij nacht maar niet bij ontij want van een storm waartegen de bemanning heroïsch had gestreden, was geen sprake. De zee was die kerstavond doodkalm geweest.
De Santa Maria was de opvolger van het koggeschip. Een scheepstype waarmee de Hollanders en Zeeuwen jarenlang goede sier maakten tussen Lissabon en Litouwen. In zoverre zat er een Nederlands tintje aan de beroemdste ontdekkingsreis aller tijden. Al moet erbij worden vermeld dat het desbetreffende vrachtschip was vergroot, meer vierkant zeil voerde en een robuuster kasteel had op het achterdek. Bescheiden innovaties die het schip iets trager maakte maar tevens reisvaardig en reiswaardig tegelijk.
En dan te bedenken dat Columbus vijftien jaar had lopen leuren met zijn idee. Zelfs zijn argument dat hij het goud dat er ongetwijfeld te vinden was, wilde investeren in een kruistocht naar het Heilige Land vermurwde de geldschieters aanvankelijk niet. Tot op zeker hoogte kregen ze nog gelijk ook want hij belandde heel ergens anders aan dan hij dacht. Dit lot zou ook wel eens de schatgraver kunnen zijn beschoren die nu de wereldpers heeft geraakt met zijn ‘vondst’. Wat meer zegt over onze hang naar avontuur en mysterie dan over het scheepje,daar ergens beneden. Toch heb ik het ‘grote nieuws’ weer gretig gelezen. Want als we niet durven dromen, zal niemand meer een grote reis maken.
Casper Jansen
Share your thoughts