Bij het passeren van het volgeladen containerschip ‘de Jowi’ loop ik, al flanerend over de Nijmeegse wallenkant, niet zo gauw vol van heroïsche gedachten. Er is veel positiefs te zeggen over onze binnenvaart. Maar dat de aanblik ervan me direct doet denken aan avontuur en onheil, schipbreuk, stranding en overwintering onder moordende ontberingen in de bijtende kou van de lange poolnacht, nou nee! Dat had ik wel toen onlangs het eerste Chinese commerciële schip dat langs de poolcirkel naar Europa had gekoerst, in Rotterdam arriveerde. Veel meer dan bij het grootste containerschip ter wereld – ook al Chinees – dat eerder op de Tweede Maasvlakte aanmeerde, en gewoon via het Suezkanaal was gekomen. Ook leuk, natuurlijk, dat groot, groter, grootst. Maar niet zo’n mijlpaal dat het bij een verstokt logistiek denker romantische gedachten ontketent. Daar is een Sneeuwdraak voor nodig; de ijsbreker die vorig jaar de route verkende.
Het moet een vreemde aanblik zijn geweest op 1 november 1597. De heren burgemeesters van Amsterdam waren zojuist met de Deense ambassadeur aangeschoven voor een feestdis toen een bijzonder reisgezelschap zich aandiende. Op een gravure zien we een soort stadsprieel waar de hoge heren zich te goed doen aan spijs en drank. Enkele zijn opgestaan om de handen te schudden van een drietal morsige lieden die nederig de knieën knikken terwijl ze hun hoed eerbiedig in de knuist verfrommelen. In de officiële annalen staat inderdaad dat zij nog dezelfde reiskledij aanhadden. Alleen die hoeden kloppen niet, volgens de geschiedschrijver droegen ze mutsen van poolvossenbont.
De leider van het ongekamde troepje vertelde over hoe ze bekneld waren geraakt in het poolijs, de overwintering op Nova Zembla, de dood van Willem Barentsz en de barre terugtocht. Waar het op neer kwam was dat hun poging faliekant mislukt was om, in plaats van Afrika te ronden, benoorden om naar de Oost te zeilen. Wat desondanks tot de verbeelding blijft spreken, is dat zij trouw waren gebleven aan de oud – Hollandse slagzin: ‘Wij moeten varen, al was het door de hel met brandende zeilen’. Een hel die ook dodelijk koud kon zijn.
Hebben we met de hedendaagse noordse omcirkeling te maken met een gouden route? Het nieuwe Suezkanaal? Zijn twee weken eerder uit en thuis voldoende om de aanleg van een keten van poolhavens in gang te zetten: van Korea en Rusland naar Scandinavië en IJsland? Als het goedkoper is, ongetwijfeld. Of wij er ook een ‘Sneeuwdraak-gevoel’ aan zullen overhouden, hangt af van onze inspanning van Rotterdam de meest zuidelijke noordelijke haven te maken.
Casper Jansen
Share your thoughts