De Brusselaar, met twee geluidsdragers in bezit, had de ritselende aankondiging van de abdicatie van zijn koning gelijktijdig in zowel een ietwat ferm Frans als een zacht pruttelend Vlaams kunnen horen. Een surrealistische ervaring die menige Waal of Vlaming schielijk naar een pint deed grijpen, zo stel ik me voor. Het nieuws zelf was ook al niet welkom. ‘Sire, nu al?’. Bij ons, bovenburen, kwam dat nogal hardvochtig over. In een land waar we op ons zevenenzestigste met pensioen mogen, was het argument invoelbaar dat iemand op zijn tachtigste een beetje wilde gaan genieten van het leven. Onze zuiderburen wijzen er echter op dat Albert pas twintig jaar op de troon zit. Zijn zestig voorafgaande jaren gingen hoofdzakelijk op aan een Bourgondische levenswandel die hij met grote toewijding vorm gaf. Over genieten gesproken, willen ze maar zeggen.

 

De tweede reden voor enige reserve was dat hun nieuwe koning tijdens zijn prinsheerlijke leven een harkerige, timide en wereldvreemde indruk maakte. Een sujet dat op de juiste momenten de verkeerde dingen zegt. Wat in een meertalig en politiek verscheurd land al gauw het geval is. Zo denken zijn landgenoten huiverend terug aan de waarschuwing van de kroonprins, aan het adres van bepaalde politici die, volgens hem, het land kapot wilden maken. ‘Vergis je niet, ik ben een taaie als het moet. Ik laat niet over me wandelen’. Goedbedoelde verbale en ongewild olijke krachtpatserijen die volgens staatkundige scherpslijpers het honderd procent ceremonieel koningschap een stuk dichterbij brachten.

 

In tegenstelling tot het normale leven gaan royalistische benoemingen altijd door. De selectiecommissie zijn zij immers zelf. Wat niet wil zeggen dat er voor hofkringen geen werk aan de winkel is. In het geval van Filip begon de pluimstrijkerij onder meer door te herinneren aan diens deelname aan de Halve Marathon van Brussel. Nu is de afwezigheid van een Elfstedentocht in België ongetwijfeld een handicap die een joyeuze profilering van aanstormend monarchaal talent daar parten speelt. Maar een halve marathon als alternatief, blijft toch een halve marathon.

 

Troonbestijgingen worden doorgaans vergezeld door ophemeling van de leiderschapskwaliteiten van de vorst. Vreemd want als er iets is dat koningen in constitutionele monarchieën nou juist niet mogen dan is het de leiding nemen. Koningen zijn symbolen, van nationale verbondenheid. In een land waar de Walen min of meer voor het koningschap zijn en de Vlamingen min of meer tegen, geen sinecure. Maar indachtig het gezegde:je kunt pas leiding geven aan anderen als je leiding kan geven aan jezelf, biedt dat Filip een uitstekende startpositie. Hij is immers de enige Belg. Hij weet dus waar hij moet beginnen.

 

Casper Jansen