Quinoa

Quinoa? Ja, quinoa! Had er eerst geen erg in. Vrienden en kennis ook niet. Toen het tijdens een geanimeerd cafébezoek voor het eerst over de tong rolde, passeerde een exotische vrouw de revue, toen een anti-rimpelcrème en ook nog een trendy kledingstuk. ‘Staat je leuk, zeg die quinoa’.

Totdat het in de supermarktmagazines verscheen. Er hing een zweem van glutenloosheid omheen, iets met gezondheid, net als bij die Amazonebes en spelt. Het bleek een soort graan te zijn? Uit Ethiopië misschien? Nee, uit de Andes. Om nog preciezer te zijn: Bolivia. Een soort graan, zeg ik, want de plant is verwant aan de spinazie en de suikerbiet. Deze info verwarde me want ik zag de overeenkomst niet zo gauw. Suikerbiet á la crème? Bij de Andes denk ik aan panfluitindianen, passerende condors en boerinnen met rare hoedjes maar niet aan poepende baby’s. Evenmin denk ik bij Bekende Bolivianen (BB-ers) aan Popeye the Sailorman voor wie spinazie krachtvoeding was.

 

Geeft quinoa werkelijk iets dat wij verwende westerlingen nodig hebben? Ik heb zo mijn twijfels. Uit de informatie rijst een beeld op van arme boeren die het al vijfduizend jaar eten: in de soep en de hachee, in de salade en de pudding. Toch is, bij mijn weten, in al die duizenden jaren nog nooit een gerecht tot ons doorgedrongen dat hoog scoort in ons culinair repertoire. Had best gekund, via de Spanjaarden die van oudsher zilver uit Bolivia haalden. Toegegeven, maïs uit Mexico heeft het ook niet veel verder gebracht dan gekrulde kraakjes bij gerechten in bistro’s en in chipszakken, en daar zaten de Spanjaarden ook. Wel de tomaat. En chocolade, die de veroveraars daar voor het eerst proefden, in de gedaante van bitter en door de chilipeper opgepept drankje. De Azteken waren er verzot op. En na vijfhonderd jaar wij allemaal. Chocoladerepen met ‘rode peper’ liggen nu naast de melkchocoladepaaseitjes. Trouwens, beide producten zouden best van cacao uit Bolivia gemaakt kunnen zijn.

 

Dus waarom quinoa? Waarom doet het tekort eraan inkopers van bedrijven in levensmiddelenketens zweten? En waarom nu? Om onze behoefte te bevredigen aan weer iets nieuws? Laat dan maar. Is het dan misschien goed voor de Boliviaanse boerenstand? Voor dat argument ben ik gevoeliger. Maar dan wel graag met faire informatie, zonder die opgeklopte ontdekkingsreizigerromantiek of spierversterkende claims, als gevolg van de permanente hoogtestage van het gewas. Dan strooi ik liever wat lamapoep in mijn tuin want die schijnt reuzengoed te zijn voor de groei van quinoa. Wat? Nergens in de Nederlandse tuincentra lamamest te krijgen? Gemiste kans want van de poep van die spugende beesten schijnt je kruidentuintje heel hard te groeien!  En voor de broodbakkers onder ons: spelt ook trouwens.

 

Casper Jansen